Misschien gebruik ik te grote woorden, maar mijn intuïtie zegt dat we met de globalisering op een keerpunt zijn beland. Decennia lang hebben we tariefmuren afgebouwd en weggebroken voor meer vrijhandel. Hoe minder frictie, hoe meer welvaart. De wereld één grote marktplaats. Win-win. Ook de onweerstaanbare belofte van de Europese Unie, één interne markt, is er een puntgaaf voorbeeld van. Nu zijn de voordelen van globalisering weliswaar onverkort van kracht, maar worden ze wereldwijd steeds meer overschaduwd door de steeds zichtbaarder nadelen, zeker in mijn eigen branche, het toerisme.
Om te voorkomen dat toerisme verder aantast waar het ten diepste om begonnen is – het bekijken en ervaren van mooie, unieke, eventueel met geschiedenis overladen plekken – is het mijns inziens onvermijdelijk dat er vaker met toegangskaarten en quota gewerkt gaat worden. Zodat je in een legendarische stad niet steeds tegen elkaar opbotst. Bij een beroemd schilderij niet steeds tegen de ruggen van medebezoekers aankijkt. En in een doodstil oerbos niet steeds wordt afgeleid door geluiden uit broek- en jaszakken met smartphones.
Stop de vervlakking.
Wat zou het goed zijn als bijvoorbeeld Nederland een lijst zou maken van natuurgebieden, monumenten, musea en binnensteden, die beperkt toegankelijk zijn. En daardoor in hun volle glorie nog talloze generaties plezier kunnen schenken. Amerika heeft met haar prachtige Nationale Parken de toon al gezet: toegang heffen en quota voor buitenlanders instellen, zodat al die natuurpracht bewaard blijft. Deze benaderingswijze stimuleert landen aan te wijzen welke bezienswaardigheden onvervangbaar zijn en welke niet. Waar regulering op zijn plaats is, waar niet.
Natuurlijk zal ik het verwijt krijgen te pleiten voor ‘elitair toerisme’, waarbij mensen met een goedgevulde portemonnee makkelijker toegang krijgen tot de hoogtepunten dan anderen. Ik loop daar niet voor weg. Toch krijg ik liever dat verwijt dan dat mijn branche, uit winstbejag en afkeer van bemoeizucht, charismatische plekken en gebouwen van hun magie ontdoet. Van de aarde onomkeerbaar een minder interessante plek maakt.
Zie regulering dus positief!
In de geest van slimme landen die hun unieke industrieën, ambachten en producten beginnen te ontdekken en beschermen en de jonge, Vlaamse hoogleraar Jonathan Holslag die graag een nieuw Europees zelfbewustzijn tegenover China ziet ontstaan, is het verstandig als regio’s, landen en continenten de blik weer op zichzelf richten. Hun mooiste schatten intensief gaan koesteren. Dit bijsturen van de globalisering is geen oplevend wantrouwen, maar inspirerende herwaardering:
‘Zoek je ziel. En bewaar die.’