Om meer vrouwen in managementfuncties te krijgen, heeft Elske Doets (47), Zakenvrouw van het Jaar 2017, een cursus opgezet voor ambitieuze jonge vrouwen.
Ze had weinig zin om alleen maar lezingen te geven over hoe het is als vrouw aan de top, nadat ze in 2017 werd uitverkozen tot Zakenvrouw van het Jaar. Dus besloot ondernemer Elske Doets (47) een cursusprogramma op te zetten voor jonge vrouwen met ambitie. Om zo zelf wat te doen aan het geringe aantal vrouwen dat in Nederland een (hoge) managementsfunctie bekleedt.
Voluit heet dat programma Elske Doets Young Lady Business Academy, in juli vond de vierde editie plaats. Vrouwen met een droom of ondernemersplan tussen de 15 en 24 jaar oud mogen er aan meedoen, een leeftijdscategorie die volgens Doets „niet verbitterd” en dus nog te sturen is. Doets: „Die meisjes hebben het talent, ze hebben de ambitie, maar hebben vaak ook een gebrek aan zelfvertrouwen.”
Doets zelf nam op 28-jarige leeftijd het reisbedrijf van haar vader over, vijftig werknemers groot. „Zelf had ik totdat ik tot Zakenvrouw van het Jaar werd verkozen, nooit zo nagedacht over de hordes die ik daarvoor heb moeten nemen.”
Waarom hebben jonge vrouwen de academie nodig?
„Ik ben erachter gekomen dat meisjes wel ambitie hebben, maar die vaak niet durven uitspreken of er naar te handelen. Door negatieve feedback uit de omgeving, van ouders of van vrienden, houden meisjes zich in. Laatst was ik voor een lezing bijvoorbeeld op een hogeschool in Breda. Daar waren allemaal jonge dames die zeker niet op hun achterhoofd waren gevallen. Maar wát een ingehouden houding. Ik dacht: ‘ooo, wat erg’. Als je gaat werken aan dat gebrek aan zelfvertrouwen, dan kun je echt iets veranderen. Van bovenaf een vrouwenquotum opleggen vind ik symboolpolitiek. Door te werken aan vaardigheden, door een aanpak van onderaf, kun je veel meer bereiken.”
Hoe werkt u aan dat zelfvertrouwen in het programma?
„Het programma duurt een week, en de meisjes worden dan echt door een wasstraat gehaald. Zelfs voor mij is het intensief. Ze krijgen les van verschillende rolmodellen, onder meer van topvrouwen uit het bedrijfsleven en de politiek. Over onderhandelingsstrategieën, over zelfvertrouwen, over zakendoen. Het is ook een heel actief programma: de meisjes moeten continu uitspreken wat hun ambitie is. Als bijvoorbeeld politica Neelie Kroes langskomt, of wethouder Sharon Dijksma – die was er bij het laatste programma – en er zijn deelnemers bij die minister-president willen worden, dan moeten ze die droom pitchen voor de klas. Dat is in eerste instantie een flinke drempel, maar als ze ‘m eenmaal genomen hebben, dan helpt dat enorm bij hun zelfvertrouwen.”
Klopt de veelgehoorde kritiek dat dat Nederlandse vrouwen helemaal niet zo ambitieus zijn?
„Nederlandse vrouwen hebben het altijd over de balans en zijn snel op hun teentjes getrapt. Dan vragen ze aan mij: hoe krijg je de juiste balans? Maar het punt is: ik doe iets waar ik blij van word. Daarvoor moet ik dingen laten. Je moet soms pijn lijden, keuzes maken. De Nederlandse vrouw wil geen keus maken. Het zijn balanstrutjes. Ik heb ook kinderen, twee zoons, dat kan prima. Maar ik kan daarnaast niet ook nog high-tea’en én yoga doen én lekker koken én een mooie tuin hebben. Dat is wel wat de Nederlandse vrouw wil. Alles moet leuk en gezellig zijn.
„Daarom ben ik heel blij dat ik met die jonge dames ben begonnen. Zij hébben de ambitie, maar durven nog niet voor hun droom te gaan.”
Zag u zichzelf, toen u het familiebedrijf overnam, als een vrouw die haar plek in een mannenwereld moest bevechten?
„In de reisbranche werken overwegend vrouwen, maar de top wordt door mannen gedomineerd. Mijn vader zei tegen mij: ‘Je mag het bedrijf wel overnemen, maar alleen als er een sterke man naast je staat.’ Dat ging natuurlijk niet gebeuren. Ik heb wel mijn positie ten aanzien van mijn vader en mijn zakenpartners moeten bevechten. Ik ben misschien vrij strijdbaar als persoon, dus ik heb het destijds niet zo opgemerkt als een horde. Voor mij persoonlijk was de worsteling met het overnemen van een familiebedrijf van de oprichter, groter dan de worsteling met mijn vrouw-zijn.”
Heeft u nog steeds de dagelijkse leiding over het bedrijf?
„We hebben een directieteam van vier mensen; twee mannen, twee vrouwen. Ik ben er nu maar een paar dagen per week, omdat ik lezingen geef, of met de meisjes uit eerdere edities van de Academy afspreek. Dan geef ik bijvoorbeeld tips als ze ergens over moeten onderhandelen, of als ze een business case maken. Of ik neem ze mee naar lezingen of netwerkbijeenkomsten.
„Vooral mannelijke ondernemers vinden dat wel eens onverteerbaar, die denken dat je als directeur niet te missen bent. Maar op afstand leiding geven is ook goed.”
Bron: NRC