Vanuit zakelijk oogpunt is toerisme de komende decennia één van de interessantste sectoren om werkzaam in te zijn. Als je alleen al kijkt naar de voorspelde toename van de vliegbewegingen voor de komende twintig jaar, wereldwijd zo ongeveer een verdubbeling, snapt iedereen dat er in de reissector enorme kansen liggen om geld te verdienen. Tegelijkertijd, en dat weet ook iedereen, is de groei van het toerisme een enorme aanslag op de planeet. Hoe, bijvoorbeeld, vallen doelen in het mondiale Klimaatakkoord te rijmen met dat explosief groeiende vliegverkeer? En hoe wrang is het dat landen de ene categorie mensen (toeristen) tot in het oneindige in de watten leggen om ze als klant zo vaak mogelijk opnieuw te mogen ontvangen (er geld aan te verdienen), terwijl ze de andere categorie mensen (vluchtelingen) met de zwaarste middelen buiten de deur proberen te houden. Deze morele tweespalt speelt een prominente rol in de bestseller ‘Grand Hotel Europa’ van de Nederlandse schrijver Ilja Leonard Pfeijffer.
Grote vraag voor mij als reisondernemer: wanneer duiken de eerste signalen in de reisbranche op, die wijzen op het besef dat er een nieuwe realiteit is aangebroken?
Het korte antwoord luidt ‘ik zie ze niet’.
Onlangs struinde ik uit nieuwsgierigheid weer eens over de Vakantiebeurs in de Jaarbeurshallen in Utrecht. Wat me onmiddellijk opviel was de grote hoeveelheid plastic tasjes en de in massa’s geproduceerde hebbedingetjes, waar het publiek mee rondliep. Hoezo groen bewustzijn? Hoezo oog voor mensenrechten?
Verder zag ik hoe drommen beursbezoekers zich, net als twintig jaar geleden, in filmzaaltjes lieten drijven om zich te vergapen aan allerlei groepsreizen naar verre droombestemmingen. Alsof vakantie, net als toen, een afgemeten blok tijd in je agenda is waarin je vrij hebt van jezelf en van de wereld. Hoezo vliegschaamte? Hoezo oog voor lokale cultuur?
Áls er al sprake is van iets dat in de buurt komt van duurzaamheid, is er, zoals bij de KLM, een businessmodel van gemaakt. Het idee dat je iets doet waar de planeet daadwerkelijk beter van wordt is bij de Koninklijke nog niet ingedaald. Hun nieuwe, duurzame imago moet allereerst extra geld genereren voor KLM zelf. Hoezo verantwoord ondernemen? Hoezo de daad bij het woord voegen?
Daar komt bij dat slechts 1 procent van de KLM-passagiers aangeeft geïnteresseerd te zijn in het compenseren van hun ecologische voetafdruk. 1 procent… Hoezo urgentie voelen? Hoezo rekening houden met volgende generaties?
Omdat ik me niet wens te voegen naar de schijnrealiteit van de reisbranche en de hoop niet opgeef dat de knop naar diepgaande verandering alsnog wordt gevonden en omgezet, zei ik onlangs tijdens een lezing onomwonden: ‘Elke vorm van consumptie is belastend. Wat mijn bedrijf doet dus ook.’ De stilte die daarop volgde was, hopelijk, een leerzame en inzicht verschaffende stilte.