Het kabinet moet een verplichtend ‘ingroeiquotum’ invoeren voor meer topvrouwen, adviseert de Sociaal-Economische Raad. Maar zo’n quotum houdt het conservatieve gezicht van Nederland juist in stand, betoogt Young Lady Business Academy-oprichter Elske Doets.
Hoe kan het dat het vrouwenquotum zo’n groot issue is geworden? En dat zoveel media suggereren dat de toekomst van de vrouwenemancipatie in handen ligt van dat veelbesproken quotum, terwijl de invoering maar voor een hele kleine groep verandering zal brengen? De meest logische verklaring voor alle aandacht is dat de bestuurselite van Nederland, en daar reken ik ook de journalistiek toe, al jaren met een zeurend schuldgevoel zit opgescheept.
Waarom lukt het ons als ruimdenkend, vooruitstrevend en kosmopolitisch gidsland niet om voldoende vrouwen aan de top te krijgen? Waarom moeten we ons op het internationale toneel telkens weer verdedigen voor onze slechte rapporten op dit vlak? Je hoeft geen psycholoog te zijn om te constateren dat de bestuurselite die slechte rapporten beschouwt als een steeds pijnlijker schandvlek op het eigen blazoen.
Luxepijn bestrijden
Omdat er in ons land nauwelijks ideeën of initiatieven zijn die kansengelijkheid voor jongens en meisjes, mannen en vrouwen, structureel en van onderop dichterbij brengen, is de kans dat er snel gunstiger rapporten verschijnen uiterst klein. En dreigt de werkelijkheid voor de bestuurselite de komende jaren een almaar grotere schandvlek te worden. Tenzij, ja, tenzij je de échte werkelijkheid vervangt door een papieren werkelijkheid: die van de inkt waarmee een vrouwenquotum wordt afgedwongen. Let wel, die inkt zal er wellicht voor zorgen dat het imago van de bestuurselite op dit vlak iets wordt opgekrikt. Maar het zal Nederlandse vrouwen over de hele linie natuurlijk amper helpen bij de moeilijke keuzes die op weg naar die top nu eenmaal gemaakt moeten worden. Moeilijke keuzes die juist voor hen zoveel talrijker zijn dan voor mannen.
Onlangs mocht ik bij DWDD over het vrouwenquotum spreken. Daar bleek dat ook presentator Matthijs van Nieuwkerk het quotum vooral te zien zitten als bestrijder van luxepijn, niet als stap naar gelijke kansen. ‘Meer vrouwen in de top,’ verzuchtte hij in de uitzending, ‘we hebben het er al zó lang over.’ Alsof hij het onderwerp liever vandaag dan morgen zou willen afvoeren en hij bereid was het vrouwenquotum daarvoor ten volle te omarmen. Precies dit effect is wat ik het meeste vrees: dat het quotum de principiële strijd voor kansengelijkheid van mannen en vrouwen, en het ongemak dat daarbij hoort, voorgoed zal wegmasseren. ‘We hebben toch al een vrouwenquotum?’ zal na invoering de veelgehoorde reactie zijn. ‘Houd er eens over op.’ Dat zou rampzalig zijn!
Het ‘ware gezicht’
Want hoe ziet de echte werkelijkheid er anno 2019 uit? Tijdens spreekbeurten, schoolbijeenkomsten en op de Young Lady Business Academy maak ik vrijwel dagelijks mee hoeveel vrouwen nog steeds moeten overwinnen om onbeschroomd voor hun ambitie te mogen uitkomen. Hoeveel weerstand uit hun directe omgeving ze, op de weg richting de top, moeten negeren. Uit hoeveel wantrouwige vragen ze zichzelf moeten lostrekken. In de tranen die ik op dergelijke meetings te drogen krijg, zie ik het ‘ware gezicht’ van Nederland opdoemen: een conservatief gezicht dat vrouwen die willen uitblinken maar heisa vindt, een gezellige parttimebaan als ambitie voor hen mooi genoeg acht en ‘balans’ als de weg naar levensgeluk aan hen voorspiegelt.
Dat conservatieve gezicht van Nederland gum je met een vrouwenquotum niet uit. Integendeel, het zal juist langer standhouden.
Elske Doets, Zakenvrouw van het Jaar 2017 en oprichter van de Young Lady Business Academy.
Bron: De Volkskrant