De provincie Noord-Holland zoekt een rolmodel voor vrouwen in de Noord-Hollandse politiek. Wie verdient de Ribbius Peletier-penning dit jaar? Jurylid Elske Doets vertelt in deze column hoe zij schoolmeiden oproept om de politiek in te gaan.
Onlangs bracht ik samen met burgemeester Hetty Hafkamp van Bergen een bezoek aan de Berger Scholengemeenschap (BSG). Omdat vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd zijn in de politieke arena was ons voornaamste doel zoveel mogelijk jonge vrouwen uit de bovenbouw geïnteresseerd te krijgen in politiek. Het bleek, op z’n zachtst gezegd, geen eenvoudige opgave.
Het gaat om hún toekomst
Om de relevantie van de politiek onder de neus van de aanwezige meiden te wrijven, bracht ik vrij snel het klimaatvraagstuk in stelling. De reactie was lauw. Op de vraag waarom het zo stil bleef, kwam diverse keren het antwoord dat het klimaat nu eenmaal een twistpunt was tussen klimaatfanaten en klimaatontkenners, tussen links en rechts. Men praatte erover alsof die twist zich op een andere planeet afspeelde. En tot in de eeuwigheid zou duren. Dat de meiden zelf een rol kunnen of willen spelen in het klimaatdebat – het gaat tenslotte om hún toekomst – kwam niet bij hen op.
Toen ik even later melding maakte van hardnekkige kansenongelijkheid tussen jongens en meisjes en de weerspiegeling daarvan in de politiek, werd de afstand tot de schoolgaande meiden zo mogelijk nóg groter. Hoezo kansenongelijkheid? Geen van de toehoorders leek enig idee te hebben van de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de politiek, laat staan dat ze er ooit bij stil hadden gestaan dat jonge meiden – zeker in lager opgeleide milieus – maar al te vaak worden ontmoedigd of zelfs tegengewerkt wanneer ze carrière willen maken. De meiden in het publiek leken er heilig van overtuigd dat ze evenveel kansen hadden als jongens. Dus waarom aparte aandacht voor hen?
De wereld om hen heen
De positieve kant van ons bezoek bestond eruit dat de leefsituatie van de schoolmeiden wellicht zo comfortabel is, dat ze geen enkele reden zien om de politiek in te gaan. De negatieve kant is dat ze, ook na doorvragen, er amper blijk van gaven een verband te zien tussen hun eigen keuzes en gedrag en de wereld om hen heen. Logisch dus dat ze weinig ambitie toonden om van de politiek hun toekomstige werkterrein te maken.
Gezien mijn ervaringen op de BSG zou ik politici, en zeker vrouwelijke politici, willen oproepen meer contact te maken met meisjesscholieren zoals die op de BSG. Hen te laten proeven van hun werk en van de kick om bepaalde zaken gunstig te beïnvloeden. Kortom, laat alsjeblieft zien hoe leuk, toegankelijk en bevredigend politiek kan zijn!
Uiteindelijk namen twee meiden tóch de uitdaging aan een lezing te gaan geven over waarom ze politiek belangrijk vinden en welk verschil ze in de politiek willen maken.
Hoera…