In De Balie wordt maandag gediscussieerd over het vrouwenquotum. Tenminste dertig procent van de bedrijfstop moet uit vrouwen bestaan. Elske Doets is een van de sprekers. Doets is topvrouw van Doets Reizen in Alkmaar, oprichter Young Lady Business Academy en zakenvrouw van het jaar 2017.
Op de valreep van de jaren ’10 haalde bestuurlijk Nederland opgelucht adem: door het in de Tweede Kamer aannemen van het vrouwenquotum was er, voor hun gevoel dan, eindelijk actie ondernomen om dat illustere, glazen plafond te doorbreken. Maar wat valt er nu eigenlijk te vieren?
In politiek Den Haag en bij werving- en selectiebureaus werd de champagne vrijwel meteen ontkurkt. En de inkt van het Kamerbesluit was nauwelijks droog of één van de hoofdrolspelers bij de totstandkoming van het quotum, SER-voorzitter Mariëtte Hamer, werd meteen de Joke Smit-prijs toegekend omdat ’ze oog heeft voor emancipatie’.
Maar wat, dacht ik, valt er eigenlijk te vieren? Dat Nederlandse vrouwen in Europees verband nog steeds onderaan staan inzake arbeidsparticipatie? Dat we via het quotum weer terug zijn bij het beeld van de vrouw als slachtoffer, die aan een topbaan moet worden geholpen? Dat we mannen een hak hebben gezet door ons wettelijk op te dringen terwijl de kracht van topvrouwen juist is dat ze door oude tegenstellingen heen kijken en met iedereen kunnen samenwerken, ook met mannen?
Falen
Bij voorbaat sorry als ik het feestje verstoor, maar ik zag en zie het quotum als een bewijs van falen. En als een pseudo-overwinning, die om het werkelijke probleem heen draait: dat mannen van jongs af aan applaus krijgen wanneer ze lef en initiatief tonen en ambitieuze, jonge vrouwen zich daarentegen, zo vertellen ze me dagelijks, voortdurend moeten verdedigen als ze in de ogen van de buitenwereld te gretig haantje de voorste willen zijn.
Het gevolg van dit hardnekkige kernprobleem kregen we deze week nog eens in koele cijfers onder onze neus geschoven: tachtig procent van de jongeren die een eigen bedrijfje beginnen zijn jongens. Zouden we niet veel eerder een emancipatieprijs moeten toekennen aan de man of vrouw die daar, aan de basis, van onderop, verandering in probeert te brengen? In plaats van aan vergaderaars die in ver van de werkelijkheid gelegen vergaderzalen bezig zijn hun hoogopgeleide seksegenoten te helpen doorstromen met een wiskundig modelletje?
O ja, en dan heb je natuurlijk die grote groep vrouwen die zegt ’het is inderdaad een lelijke maatregel, dat vrouwenquotum, maar alle kleine beetjes helpen’. Helpen? Ik voorspel dat het vrouwenquotum de afstand tussen topvrouwen en alle andere vrouwen in Nederland alleen maar zal vergroten. Omdat de publieke opinie nu eenmaal op schermutselingen aan de top is gericht en niet op de tegenwerking en ontmoediging die mbo-meiden ondervinden bij het najagen van hun droom, is het wachten op blijmoedige, veelvuldig geciteerde rapporten die straks gaan concluderen dat het vrouwenquotum geholpen heeft, terwijl talloze meiden nog steeds te horen krijgen dat wat ze willen ’te hoog gegrepen is’.
’Sekseblind’
Hoezeer ik het effect van een vrouwenquotum dus ook betwist, uiteindelijk gaat de kern van mijn betrokkenheid bij dit onderwerp een slag dieper: zijn mensen, en dus ook vrouwen, erbij gebaat als ze op grond van hun sekse een bepaalde rol of positie krijgen toebedeeld? Vraagt de wereld niet juist om ’kleurenblinde’ en ’sekseblinde’ teams, die niet langer op uiterlijk of biologische kenmerken worden geselecteerd, maar op hun gezamenlijke vermogen problemen zo breed mogelijk onder ogen te zien om vervolgens met duurzame in plaats van cosmetische oplossingen te komen? Moeten we dat hele denken in ’man/vrouw’ niet achter ons laten? En met het oog op een betere, meer houdbare wereld juist samen aan de slag gaan? Is die omslag voor ambitieuze meiden uiteindelijk ook niet effectiever dan een paar extra hoogopgeleide dames die in een directiekamer mogen plaatsnemen?
Gelukkig zie ik in de Young Lady Business Academy hoe leiderschap over tien jaar eruit kan gaan zien. Hoe jonge vrouwen hun eigen, vaak persoonsgebonden bedrijfsmissie formuleren, nieuwe oplossingen bedenken voor maatschappelijke problemen, ruimhartig bereid zijn tot samenwerking en bij wie geld en ego ondergeschikt zijn aan hun streven het verschil te maken. Bij dit nieuwe type leiderschap zie ik hoe jonge vrouwen het voortouw nemen, volop hun ei kwijt kunnen en zich tot mijn grote vreugde weinig meer aantrekken van wat mainstream media aan headlines en tegenstellingen creëren.
Scepsis
Om de uitspraak dat het vrouwenquotum ’een historisch moment’ is, op weg naar een stralende, diverse toekomst, moet ik eerlijk gezegd een beetje lachen. Wat achteraf werkelijk historisch zal blijken, zijn al die stoere, sterke, jonge meiden die voelen dat hun tijd gekomen is en ondanks scepsis vanuit hun omgeving tóch voor hun droom gaan. Het vrouwenquotum is een stuiptrekking uit de vorige eeuw.
Bron: Noord-Hollands Dagblad