Nieuws

Diversiteit is geen moetje

Met groeiende verbazing las ik onlangs het artikel ‘Bestuursvoorzitters bijeen voor meer kleur in de boardroom’ in het FD. Daarin werd verslag gedaan van een nieuwe poging die de blanke top van het Nederlandse bedrijfsleven, in samenspraak met de SER, wil ondernemen om zo snel mogelijk meer mensen met een migratieachtergrond in de directiekamers te krijgen. In plaats van ‘krijgen’ schreef ik bijna op ‘bestellen’. Want de opvatting over diversiteit die uit dit artikel spreekt, de nadruk op huidskleur en de onderschatting van de achterliggende vraagstukken, zoals talentontwikkeling en culturele identiteit, ervoer ik als zeer beperkend en improductief. Omdat ik niet kon geloven wat ik las, heb ik het artikel nog een keer gelezen. En opnieuw kwam ik tot dezelfde conclusie: de blanke ‘top’ van Nederland praat nauwelijks mét en continu óver mensen met een migratieachtergrond. Alsof het meubelstukken zijn die je met plotse maatregelen kunt verschuiven naar binnen de directiefoto.

Het meest onthutsende aan het artikel is dat niet een werkelijke drang naar verandering, naar meerstemmigheid, de motor lijkt van dit nieuwe initiatief, maar de papieren werkelijkheid van statistieken en rapporten. Alleen omdat ‘de cijfers’ er beschamend uitzien, voelt men zich genoodzaakt gas te geven en een extra vergadercircuit te starten. ‘De boardroom hoort een afspiegeling te zijn van de samenleving,’ wordt SER-voorzitter Mariëtte Hamer geciteerd. Dat klinkt logisch en sympathiek, maar in essentie is het een vrijbrief kandidaten voortaan gemakzuchtig, los van individuele kwaliteiten, op grond van kleur en etniciteit te ‘sorteren’ en aan te nemen of af te wijzen. Zodat ‘de cijfers’ kloppen en mevrouw Hamer, met haar gewenste ‘afspiegeling’, weer rustig kan slapen. Dit is bureaucratie in zijn meest kwalijke vorm: cijfers zijn belangrijker dan mensen.

De vraag moet volgens mij niet zijn: hoe dresseren, stimuleren of positioneren we mensen met een migratieachtergrond zó dat ze op de directiefoto terechtkomen? Maar: hoe kunnen we onze bedrijfscultuur zodanig inrichten dat allen, ook degenen met een migratieachtergrond, zich meer dan welkom voelen? En hoe scheppen we een klimaat waarin ieders meerwaarde – blank, gekleurd, jong, oud, alfa, beta – tot volle bloei komt? Zou het kunnen dat deze vragen amper gesteld worden, omdat ze te bedreigend zijn voor de blanke top aan de vergadertafel?

Het diverse land dat we al zijn en nóg meer gaan worden, verdient zoveel beter dan het van bovenaf regisseren van ‘wensplaatjes’.

Diversiteit is geen moetje, maar een geweldige kans.