Nieuws

Middelmaat verslaat klimaat

De westerse democratie lijkt ten prooi aan het misverstand dat een helder idee of plan per definitie in stukjes moet worden gesneden, of voor driekwart afgezwakt, alvorens het democratisch mag heten. Dat is de afgelopen week eens temeer duidelijk geworden dankzij VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff. Zonder met een alternatief te komen, keerde hij zich tegen het halfbakken Klimaatakkoord en vond zelfs dat waterige compromis nog te belastend voor ‘de burgers’.

Dat een slimme en intelligente politicus als Dijkhoff uitgebreid over deze stap heeft nagedacht, daar twijfel ik niet aan. Waar ik aan twijfel is de bijdrage die Dijkhoff ermee levert aan de geloofwaardigheid van de democratie (willen ze daar problemen lossen of vooral onderling bekvechten?). En aan het enthousiasme onder de Nederlandse bevolking dat nodig is om het klimaatprobleem te tackelen (wat voor signaal geven politici wanneer ze verkiezingen belangrijker vinden dan de catastrofe die op ons af stormt?). Als Dijkhoff inderdaad zo intelligent is als ik denk dat hij is, dan heeft hij in een zwak moment een foutieve conclusie over Nederland en de Nederlanders getrokken.

Dat hij de middelmaat van het electoraat moet omarmen.

Dat een land geen naadloos functionerend bedrijf is, besef ik heel goed. Maar dat medewerkers ver boven zichzelf kunnen uitstijgen door ze de juiste prikkels te geven en als leidinggevende inspirerend middelpunt te zijn, heb ik in mijn eigen en menig ander bedrijf mogen aanschouwen. En als ik met die wetenschap naar het Haagse Binnenhof kijk – waar imago’s, profileringen, dagkoersen en peilingen leidend zijn – is het laatste wat ik zie: de ambitie burgers mee te nemen en een voortrekkersrol te vervullen om samen het klimaatprobleem (urgente kwestie voor het laag gelegen Nederland) op volle kracht te lijf te gaan. Dijkhoff doet precies het tegenovergestelde. Hij bedient het zwakste stemmetje in de kiezers door figuurlijk te zeggen: ‘Blijf maar in je bank hangen, burger. Ik ga zorgen dat het klimaatprobleem je niks kost.’

De beoogde 7 euro vliegtaks in 2021 is van deze middelmaat het meest bizarre bewijs.

Wat voor het klimaatdebat geldt, geldt voor de westerse democratieën in hun geheel: de opvatting dat we geen inspirerende visie of groot verhaal meer nodig hebben, aanmodderen genoeg is, zorgt ervoor dat de politiek ons niet meer (positief) aanspreekt op aspiraties, maar (negatief) op angst, kleinzerigheid en cynisme.

Door vertragingstactieken á la Dijkhoff vraag je jezelf serieus af wie straks het laatste woord heeft.   De westerse democratie? Of het wassende water?